Eerste aanleg - meervoudig Strafrecht overig (2024)

4.1.

4.1.1.

Inleiding

Op 8 mei 2022 is aangever

[slachtoffer]

rond tien voor twaalf s ’nachts op straat, aan de Geuzenlaan in Rotterdam, beroofd van zijn Rolex horloge, twee gouden kettingen met hangers vol diamanten en een Louis Vuitton tas met inhoud. Bij de beroving is meerdere malen geschoten.

[slachtoffer]

is in zijn achterhoofd en arm geraakt. Hij is ook geslagen.

Eerder die avond is

[slachtoffer]

samen met getuige

[getuige]

uit eten geweest in restaurant

[horecagelegenheid]

. Daar is

[slachtoffer]

medeverdachte

[medeverdachte 1]

tegengekomen.

Zij kennen elkaar onder meer van een gezamenlijk verblijf in een gevangenis in 2015.

[slachtoffer]

heeft verklaard dat hij op enig moment zijn vest heeft uitgetrokken in het restaurant, waardoor zijn horloge en sieraden zichtbaar zijn geweest. Uit camerabeelden blijkt dat

[slachtoffer]

en getuige

[getuige]

rond 23:24 uur het restaurant hebben verlaten.

[slachtoffer]

heeft getuige

[getuige]

naar haar huis gebracht aan de Geuzenlaan in Rotterdam. Zij is uit zijn auto gestapt en haar woning binnengegaan. Getuige

[getuige]

heeft verklaard dat zij kort daarna minimaal drie schoten hoorde, uit haar raam keek en zag dat

[slachtoffer]

door vier mannen werd geslagen. Uit de verklaring van

[slachtoffer]

valt af te leiden dat de daders het opzet hadden om hem te beroven.

[slachtoffer]

heeft verklaard dat de overvallers donker gekleed waren en bivakmutsen droegen. Dit wordt ondersteund door de verklaring van een getuige.

Uit het dossier blijkt dat alle verdachten elkaar kennen en dat de verdachten

[verdachte]

,

[medeverdachte 1]

en

[medeverdachte 2]

(half)broers van elkaar zijn.

Aan de verdachte is tenlastegelegd dat hij die nacht samen met anderen

[slachtoffer]

heeft beroofd en daarbij geweld heeft gebruikt, namelijk door op

[slachtoffer]

te schieten en

[slachtoffer]

te slaan/stompen. Subsidiair is de medeplichtigheid aan dat feit ten laste gelegd, door informatie over

[slachtoffer]

te ontvangen en te delen met een of meer mededaders.

4.1.2.

Aanwijzingen betrokkenheid

Met de officier van justitie is de rechtbank van oordeel dat er sterke aanwijzingen zijn van enige betrokkenheid van de verdachte en medeverdachten bij de gewelddadige beroving. De rechtbank zal deze aanwijzingen kort uiteen zetten.

4.1.2.1. Opvallende reisbewegingen auto’s

[slachtoffer]

reed in een Audi

[kenteken [kentekennummer 1]

] van restaurant

[horecagelegenheid]

naar de Geuzenlaan. Uit camerabeelden blijkt dat een zwarte Volkswagen Golf

[kenteken [kentekennummer 2]

] op drie momenten dezelfde locatie had als

[slachtoffer]

met slechts enkele seconden tot negen minuten tijdsverschil. De politie acht het daarom zeer aannemelijk dat

[slachtoffer]

werd gevolgd door deze auto. Een getuige heeft deze Golf

[ [kentekennummer 2]

] met hoge snelheid in tegengestelde richting zien rijden door de nabij het plaats delict gelegen Ruwaardstraat

[grenzend aan de Geuzenlaan]

en heeft dit doorgegeven aan de meldkamer van de politie. Uit onderzoek naar het navigatiesysteem van de Golf

[ [kentekennummer 2]

] blijkt dat het adres van restaurant

[horecagelegenheid]

als laatste adres is ingevoerd. Ongeveer 20 minuten na het incident heeft de politie de Volkswagen Golf

[ [kentekennummer 2]

] staande gehouden en de inzittenden daarvan aangehouden, de verdachte

[verdachte]

en de medeverdachten

[medeverdachte 2]

en

[medeverdachte 3]

en

[medeverdachte 4]

.

Daarnaast is op de camerabeelden een Kia Xceed

[kenteken [kentekennummer 3]

] te zien die op twee locaties op slechts enkele seconden achter

[slachtoffer]

rijdt. Deze Kia is door medeverdachte

[medeverdachte 1]

gehuurd.

Tot slot valt een Volkswagen Polo

[kenteken [kentekennummer 4]

] op. Op het moment dat

[slachtoffer]

in restaurant

[horecagelegenheid]

was, bevond deze auto zich in die omgeving en nadat

[slachtoffer]

onderweg was naar de Geuzenlaan passeerde deze auto twee locaties op minder dan een minuut respectievelijk binnen ongeveer vier minuten na de auto van

[slachtoffer]

. Vlak na het schietincident passeerde de Volkswagen Polo

[kenteken [kentekennummer 4]

] het Aelbrechtsplein om de stad te verlaten. Dit voertuig werd gehuurd door medeverdachte

[medeverdachte 5]

.

4.1.2.2. Onderzoeksbevindingen telefoons: opvallende berichten en aanwezigheid in nabije omgeving plaats delict

De aanwezigheid van medeverdachte

[medeverdachte 5]

in de omgeving van restaurant

[horecagelegenheid]

blijkt ook uit zendmastgegevens. De telefoon van deze medeverdachte heeft op 8 mei tussen 23:08 en 23:10 uur een zendmast aangestraald, die staat in de omgeving van het restaurant.

In de door medeverdachte

[medeverdachte 5]

gehuurde Volkswagen Polo

[kenteken [kentekennummer 4]

] en in een andere auto op naam van medeverdachte

[medeverdachte 5]

zijn later meerdere GPS-trackers gevonden, waarvan er één op 8 mei 2022 om 23:08 uur contact heeft gemaakt met een zendmast nabij restaurant

[horecagelegenheid]

. De simkaart die in deze tracker zat, heeft eerder in een telefoon van medeverdachte

[medeverdachte 6]

gezeten. Bovendien blijkt dat een telefoon van medeverdachte

[medeverdachte 6]

op 8 mei 2022 om 23:10 uur via Bluetooth verbinding heeft gemaakt met het systeem in de Volkswagen Polo

[kenteken [kentekennummer 4]

].

Uit onderzoek naar de telefoon van medeverdachte

[medeverdachte 6]

blijkt dat hij op 5 mei 2022 van een onbekend gebleven persoon ‘W’ een foto van de auto van

[slachtoffer]

en een foto waarop

[slachtoffer]

staat heeft ontvangen. Op 11 mei 2022 heeft hij van ‘W’ een geluidsfragment en foto’s van een Snapchat gesprek ontvangen waarin wordt gesproken over diamanten, het karaatsgehalte en de daarbij behorende waarde. Op 17 mei 2022 worden door ‘W’ foto’s verstuurd aan medeverdachte

[medeverdachte 6]

van een ketting vol diamanten en een Rolex.

[slachtoffer]

heeft later verklaard dat dit de sieraden zijn waarvan hij is bestolen.

Op de avond waarop

[slachtoffer]

beroofd is, hadden de verdachte en medeverdachten onderling contact. Uit onderzoek aan de telefoons van hen blijkt het volgende. Rond 22:04 uur heeft verdachte

[verdachte]

een bericht aan ene ‘

[naam 1]

’ gestuurd dat hij vervoer nodig heeft omdat “die boys” “

[naam 2]

taco’s” gaan “aanpakken”.

[slachtoffer]

had als bijnaam

[naam 2]

en met ‘Taco’s’ kan het woord ‘dikke’ worden bedoeld, aldus de politie. Om 22:37 uur ontving medeverdachte

[medeverdachte 2]

de berichten “Restaurant

[horecagelegenheid]

” en “Capelle” van medeverdachte

[medeverdachte 6]

. Om 23:13 uur heeft verdachte

[verdachte]

contact gehad met medeverdachte

[medeverdachte 2]

. Tussen medeverdachte

[medeverdachte 1]

en verdachte

[verdachte]

heeft er om 22:56 uur en kort na het incident telefonisch contact plaatsgevonden. De verdachte

[verdachte]

heeft om 23:58:40 uur contact met medeverdachte

[medeverdachte 4]

, waarvan medeverdachte

[medeverdachte 4]

tegenover de politie heeft aangegeven dat hij door

[verdachte]

werd gebeld om hem op te halen. Enkele minuten later hebben beiden weer contact waarin onder meer gesproken wordt over “Blauw. Dr busje. Ze zijn uitgestapt”. Tot slot blijkt uit het dossier dat meerdere verdachten samen met onbekend gebleven anderen in Snapchatgroepen zitten, waarin eerder ook al over

[slachtoffer]

werd gesproken.

Uit onderzoek aan de telefoon van medeverdachte

[medeverdachte 2]

blijkt dat deze op zondag 8 mei 2022, om 23:18:29 uur heeft uitgestraald op de locatie Riviumboulevard ter hoogte van 156 te Capelle aan den IJssel. Vanaf deze locatie is zicht op restaurant

[horecagelegenheid]

. Op zondag 8 mei 2022, om 23:51:07 uur, heeft zijn telefoon uitgestraald op de Geuzenlaan te Rotterdam. Op maandag 9 mei 2022, om 00:15:13 uur, straalde zijn telefoon uit op de Pleinweg te Rotterdam. Dit is de locatie waar de eerder genoemde Volkswagen Golf

[kenteken [kentekennummer 2]

] werd staande gehouden en waar de verdachten

[medeverdachte 2]

en

[medeverdachte 3]

,

[verdachte]

en

[medeverdachte 4]

zijn aangehouden.

4.1.2.3. Verklaringen van medeverdachten

Uit de verklaringen van medeverdachten

[medeverdachte 2]

,

[medeverdachte 4]

en (voormalig verdachte)

[medeverdachte 3]

blijkt dat zij, in tegenstelling tot wat de verdediging naar voren heeft gebracht, ten tijde van de beroving met elkaar en met verdachte

[verdachte]

in de Golf

[kenteken [kentekennummer 2]

] zaten. Medeverdachte

[medeverdachte 2]

heeft de auto bestuurd.

Medeverdachte

[medeverdachte 4]

was bijrijder en verdachte

[verdachte]

zat achterin samen met

[medeverdachte 3]

. Medeverdachte

[medeverdachte 4]

heeft verklaard dat medeverdachte

[medeverdachte 2]

in de Ruwaardstraat ineens stopte en samen met de verdachte

[verdachte]

uit de auto stapte en wegrende. Medeverdachte

[medeverdachte 4]

heeft vervolgens de auto gedraaid en is samen met

[medeverdachte 3]

weggereden. Niet lang daarna heeft hij – na kort contact met verdachte

[verdachte]

te hebben gehad – beiden verderop weer opgepikt. Vanaf dat moment heeft medeverdachte

[medeverdachte 2]

weer gereden.

Op camerabeelden is te zien dat medeverdachte

[medeverdachte 2]

en vermoedelijk verdachte

[verdachte]

kort na de beroving vanuit de Ruwaardstraat, direct gelegen aan de Geuzenlaan, komen gerend.

4.1.2.4. Contra-indicaties

Gelet op het voorgaande zijn er sterke aanwijzingen dat de verdachte en medeverdachten enige betrokkenheid hebben gehad bij de gewelddadige beroving van

[slachtoffer]

. Tegelijkertijd zijn er contra-indicaties uit het dossier te noemen. De rechtbank heeft bij het bekijken van de beelden gezien dat meerdere onbekend gebleven voertuigen kort voor de beroving rondom het plaats delict rondrijden en stilstaan, dat diverse personen rondom het plaats delict wegrenden en na het incident in voornoemde auto’s stappen en wegrijden. Het is niet uit te sluiten dat deze personen betrokkenheid hadden bij de beroving. Verder valt op dat de verdachte

[verdachte]

en medeverdachten

[medeverdachte 2]

en

[medeverdachte 3]

en

[medeverdachte 4]

kort na het incident zijn aangehouden maar dat bij hen, noch in de auto sieraden, bivakmutsen of een wapen zijn aangetroffen. Bij de verdachte

[verdachte]

en medeverdachten

[medeverdachte 2]

en

[medeverdachte 3]

en

[medeverdachte 4]

is onderzocht of zij kruitsporen op hun handen hadden. Dit is niet gebleken. Ook voldeden medeverdachten

[medeverdachte 1]

en

[medeverdachte 2]

niet aan het van de daders opgegeven signalement. Zij droegen lichte kleding in plaats van donkere kleding. Daarnaast zaten in de Snapchat-groepen, waarin over

[slachtoffer]

werd gesproken, ongeveer 30 personen waarvan een groot deel onbekend is gebleven.

De rechtbank ziet zich voor de vraag gesteld of de hiervoor beschreven sterke aanwijzingen, ondanks de contra-indicaties, voldoende zijn om tot wettig en overtuigend bewijs te komen dat de verdachte samen met anderen, als medepleger of als medeplichtige,

[slachtoffer]

met geweld heeft beroofd.

4.1.3.

Medeplegen of medeplichtigheid

De rechtbank stelt voorop dat het medeplegen van een strafbaar feit bewezen kan worden verklaard, indien is komen vast te staan dat bij het begaan daarvan sprake is geweest van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking. Ook als het ten laste gelegde medeplegen in de kern niet bestaat uit een gezamenlijke uitvoering tijdens het begaan van het strafbare feit, kan sprake zijn van de voor medeplegen vereiste nauwe en bewuste samenwerking tussen de verdachte en zijn mededaders. De materiële en/of intellectuele bijdrage van de verdachte aan het strafbare feit zal ook dan van voldoende gewicht, voldoende significant, moeten zijn. Daarnaast geldt een dubbel opzetvereiste. De verdachte moet zowel opzet op de onderlinge samenwerking met de mededader(s) hebben gehad, als opzet op het gronddelict: in casu de beroving.

Uit geen van de in het dossier opgenomen bewijsmiddelen valt vast te stellen dat de verdachte wetenschap heeft gehad van de beroving of zelfs van het voornemen daartoe. Ook blijkt niet dat hij handelingen heeft verricht waarmee hij een bijdrage heeft geleverd aan de beroving.

Vervolgens ziet de rechtbank zich voor de vraag gesteld of sprake is van medeplichtigheid aan de beroving vanwege het ontvangen van informatie over

[slachtoffer]

en het doorspelen daarvan aan mededaders. Om te komen tot een bewezenverklaring van medeplichtigheid is wettig en overtuigend bewijs nodig dat de verdachte door zijn handelen daadwerkelijk een ondersteunende rol heeft gehad bij enig strafbaar feit.

Zoals reeds is overwogen blijkt uit het dossier niet dat de verdachte wetenschap had van de beroving. Ook is niet gebleken dat hij op enigerwijze behulpzaam is geweest daaraan of daarbij, zodat van medeplichtigheid evenmin sprake is.

4.1.4.

Conclusie

Al met al bevat dit dossier feiten en omstandigheden die erop zouden kunnen duiden dat de verdachte op 8 mei 2022 een rol heeft gespeeld bij de beroving van

[slachtoffer]

. Het is echter onvoldoende om te komen tot wettig en overtuigend bewijs van medeplegen van of medeplichtigheid aan de gewelddadige beroving. Op basis van de hierboven besproken feiten en omstandigheden kan dat niet met voldoende mate van zekerheid worden aangenomen.

Op grond van het bovenstaande zal de rechtbank verdachte integraal vrijspreken van het tenlastegelegde.

Eerste aanleg - meervoudig Strafrecht overig (2024)
Top Articles
Latest Posts
Article information

Author: Golda Nolan II

Last Updated:

Views: 5995

Rating: 4.8 / 5 (78 voted)

Reviews: 93% of readers found this page helpful

Author information

Name: Golda Nolan II

Birthday: 1998-05-14

Address: Suite 369 9754 Roberts Pines, West Benitaburgh, NM 69180-7958

Phone: +522993866487

Job: Sales Executive

Hobby: Worldbuilding, Shopping, Quilting, Cooking, Homebrewing, Leather crafting, Pet

Introduction: My name is Golda Nolan II, I am a thoughtful, clever, cute, jolly, brave, powerful, splendid person who loves writing and wants to share my knowledge and understanding with you.